Deze toelichting hoort bij de TwitterFiles, voor meer uitleg over de TwitterFiles, zie het TwitterFiles Dossier.
Voordat TwitterFiles 17 uitkwam, schreef Matt Taibbi onderstaand intro. Het is verhelderend om dit vooraf te lezen.
Toelichting bij TwitterFiles 17
Gepubliceerd op 2 maart 2023 door Matt Taibbi
Twitter Files 17 (introduction): GEC, New Knowledge, and State-Sponsored Blacklists
TwitterFiles 17 (toelichting): GEC, nieuwe kennis en door de staat gesponsorde zwarte lijsten
Americans have been paying taxes to disenfranchise themselves, as government agencies and subcontractors undertake a massive digital blacklisting project
Amerikanen betaalden belasting om zichzelf rechten te ontnemen, terwijl overheidsinstanties en andere partijen op grote schaal digitale zwarte lijsten aanlegden.
A new #TwitterFiles thread will be dropping in a few hours, at noon EST. It follows up the Hamilton 68 story of a month ago with examples of state-funded digital blacklisting campaigns run amok. It’s self-explanatory, but some advance context might help:
Over een paar uur, om 12.00 uur EST, verschijnt er een nieuwe #TwitterFiles-draad. Die volgt op het Hamilton68-verhaal van een maand geleden met voorbeelden van ontspoorde, door de staat gefinancierde digitale blacklisting-campagnes. De draad spreekt voor zich, maar enige voorafgaande context kan helpen:
In 2015-2016, during the brief, forgotten period when Islamic terrorism was fading as a national obsession and Trumpian “domestic extremism” had not yet become one, Barack Obama made a series of decisions that may yet prove devastating to his legacy.
In 2015-2016, tijdens de korte, vergeten periode waarin islamitisch terrorisme vervaagde als een nationale obsessie en Trumpiaans ‘binnenlands extremisme’ nog geen obsessie was geworden, nam Barack Obama een reeks beslissingen die zijn nagedachtenis misschien nog wel eens ernstig zouden kunnen schaden.
The short version is he signed Executive Order 13271, establishing a “Global Engagement Center” (“GEC”) to “counter the messaging and diminish the influence of international terrorist organizations.” This act got almost no press and even within government, almost no one noticed.
Kort gezegd: hij ondertekende Executive Order 13271, waarmee hij een “Global Engagement Center” (“GEC”) oprichtte om “de berichtgeving en invloed tegen te gaan van internationale terroristische organisaties”. Deze wet kreeg bijna geen publiciteit en zelfs binnen de overheid viel het bijna niemand op.
In the bigger picture, however, a lame duck president kick-started the process of shifting the national security establishment’s focus from counterterrorism to “disinformation.” Whether by malfunction or design, this abrupt course change of Washington’s contracting supertanker would have dramatic consequences.
In het grotere geheel zette een uitgeregeerde president echter het proces in gang om de focus van de nationale veiligheidsdiensten te verschuiven van terrorismebestrijding naar ‘desinformatie’. Of het nu opzettelijk was of niet, deze abrupte koerswijziging van de aanbestedende supertanker van Washington zou dramatische gevolgen hebben.
In fact, the tale of how America’s information warfare mechanism turned inward, against “threats” in our own population, might someday be remembered as the story of our time, with collective panic over “disinfo” defining this generation in much the same way the Red Scare defined the culture of the fifties.
In feite zou het verhaal: hoe Amerika’s mechanisme voor informatieoorlogvoering zich naar binnen keerde tegen “bedreigingen” in de eigen bevolking, ooit herinnerd kunnen worden als het verhaal van onze tijd, met collectieve paniek over “disinfo”, die deze generatie op ongeveer dezelfde manier definieert als dat de Red Scare de cultuur bepaalde in de jaren vijftig.
This is a complicated story and it would be a mistake to jump to simplistic conclusions, like that the Global Engagement Center (humorously nicknamed “GECK” or “YUCK” by detractors in other agencies) is an evil Orwellian mind-control scheme. It isn’t. But for a few crucial bad decisions, it could have fulfilled a useful or at least logical mission, much as the United States Information Agency (USIA) once did.
Dit is een ingewikkeld verhaal en het zou een vergissing zijn om overhaaste conclusies te trekken, zoals dat het Global Engagement Center (met de humoristische bijnaam “GECK” of “YUCK” door critici in andere instanties) een boosaardig Orwelliaans mind-control-plan is. Dat is het niet. Zonder een paar cruciale verkeerde beslissingen had het een nuttige of op zijn minst logische missie kunnen vervullen, ongeveer zoals het United States Information Agency (USIA) ooit deed.
However, instead of stressing research and public reports, as the USIA did when responding to Soviet accusations that Americans had caused the AIDS crisis, GEC funded a secret list of contractors and employed a more surreptitious approach to “counter-disinformation,” sending companies like Twitter voluminous reports on foreign “ecosystems” — in practice, blacklists.
Echter, in plaats van de nadruk te leggen op onderzoek en openbare rapporten, zoals de USIA deed toen ze reageerde op Sovjetbeschuldigingen dat Amerikanen de aids-crisis hadden veroorzaakt, financierde GEC een geheime lijst van dienstverleners en hanteerde een meer heimelijke benadering van “contradesinformatie”, door bedrijven zoals Twitter: volumineuze rapporten over buitenlandse “ecosystemen” – in de praktijk zwarte lijsten.
GEC was not conceived as a partisan mechanism to defang conservative media, despite the recent true and damning series of reports by the Washington Examiner, outlining how a GEC-funded NGO in England used algorithmic scoring to de-rank outlets like The Daily Wire and help papers like the New York Times earn more ad revenue.
GEC was niet ontworpen als een partijdig mechanisme om conservatieve media tandeloos te maken, ondanks de recente correcte en vernietigende reeks rapporten van de Washington Examiner, waarin wordt uiteengezet hoe een door GEC gefinancierde ngo in Engeland algoritmische scores gebruikte om nieuwskanalen als The Daily Wire te onderdrukken en kranten zoals de New York Times te helpen meer te verdienen aan advertentie-inkomsten.
The blacklisting tales you’ll be reading about later today on Twitter also primarily target American conservatives, though GEC and GEC-funded contractors also target left-friendly movements like the gilets jaunes (yellow vests), socialist media outlets like Canada’s Global Research, even the Free Palestine movement.
De verhalen over zwarte lijsten waarover je later vandaag op Twitter zult lezen, zijn ook voornamelijk gericht op Amerikaanse conservatieven, hoewel GEC en GEC-gefinancierde contractanten zich ook richten op bewegingen met linkse trekjes zoals de gilets jaunes (gele hesjes), socialistische mediakanalen zoals Canada’s Global Research, en zelfs de beweging Vrij Palestina.
The scary angle on GEC is not so much the agency as the sprawling infrastructure of “disinformation labs” that have grown around it.
De griezelige invalshoek van GEC is niet zozeer het bureau als wel de uitgestrekte infrastructuur van “desinformatielabs” die eromheen is gegroeid.
Underneath America’s love affair with “anti-disinformation” in the Trump years — which expressed itself in the seemingly instant construction of a sprawling complex of disinformation studies “labs” at institutions like Harvard, Stanford, Clemson, UT, Pitt, William and Mary, the University of Washington, and other locations — lay a devastating secret. Most of these “experts” know nothing. Many have skill, if you can call mesmerizing dumb reporters a skill, but in the area of identifying true bad actors, few know more than the average person on the street.
Onder Amerika’s liefdesaffaire met “anti-desinformatie” in de Trump-jaren – die tot uiting kwam in de snelle bouw van een uitgestrekt complex van desinformatiestudie “labs” bij instellingen zoals Harvard, Stanford, Clemson, UT, Pitt, William en Mary, de Universiteit van Washington en andere locaties – lag een rampzalig geheim. De meeste van deze “experts” weten niets. Velen hebben vaardigheid, als je het betoveren van domme verslaggevers een vaardigheid kunt noemen, maar op het gebied van het identificeren van echte slechte lieden weten weinigen meer dan de gemiddelde persoon op straat.
This is described repeatedly in the #TwitterFiles. In one sequence Twitter was contacted by Sheera Frenkel of the New York Times, who was writing a hagiographic profiles of “disinformation” warrior Renee DiResta, who’d achieved some renown as a campaigner against vaccine misinformation. Frenkel wrote Twitter to ask why they hadn’t hired “independent researchers” like DiResta, Jonathan Albright, and Jonathon Morgan — coincidentally, all hired witnesses of the Senate Intelligence Committee — to help Twitter “better understand” its own business.
Dit wordt herhaaldelijk beschreven in de #TwitterFiles. In één geval werd Twitter benaderd door Sheera Frenkel van de New York Times, die een zwijmelend stuk aan het schrijven was over “desinformatie”-strijder Renee DiResta, die enige bekendheid had verworven als campagnevoerder tegen desinformatie over vaccins. Frenkel schreef Twitter om te vragen waarom ze geen “onafhankelijke onderzoekers” zoals DiResta, Jonathan Albright en Jonathon Morgan hadden ingehuurd – toevallig allemaal ingehuurde getuigen van de inlichtingencommissie van de Senaat – om Twitter te helpen zijn eigen zaken “beter te begrijpen”.
At the sight of Frenkel’s provocative note, some Twitter execs lost it.
Bij het zien van het provocerende briefje van Frenkel verloren sommige Twitter-medewerkers hun geduld.
“The word ‘researcher’ has taken on a very broad meaning,” snapped Nick Pickles. “Renee is literally doing this as a hobby… Of those three only [Albright] is the most credible, but… the bulk of his work is Medium blogs.”
“Het woord ‘onderzoeker’ heeft een zeer brede betekenis gekregen”, snauwde Nick Pickles. “Renee doet dit letterlijk als een hobby… Van die drie is [Albright] de meest geloofwaardige, maar… het grootste deel van zijn werk bestaat uit Medium blogs.”
“Like CVE before it, misinformation is becoming a cottage industry,” agreed comms official Ian Plunkett, referencing “countering violent extremism,” a.k.a. counterterrorism.
“Net als CVE ervoor, wordt desinformatie een huisnijverheid”, beaamde communicatiefunctionaris Ian Plunkett, verwijzend naar “het tegengaan van gewelddadig extremisme”, ook wel contraterrorisme genoemd.
Today’s thread among other things will detail crude digital blacklisting schemes dreamed up by this new cottage industry. Each features the same design “flaw,” in which giant lists of supposed foreign disinformationists somehow also come to include ordinary Americans, often with the same political leanings.
De draad van vandaag zal onder andere de ruwe digitale zwarte lijsten beschrijven die deze nieuwe huisindustrie verzon. Elk heeft dezelfde ”ontwerpfout’, waarin gigantische lijsten van vermeende buitenlandse desinformatieverspreiders op de een of andere manier ook gewone Amerikanen bevatten, vaak met dezelfde politieke voorkeuren.
In one ridiculous case, the Atlantic Council’s Digital Forensic Research Lab (DFRLab), a GEC-funded entity, sent Twitter a huge list of people they suspected of “engaging in inauthentic behavior… and Hindu nationalism more broadly.” You’ll see the list to judge. As was the case with the “Hamilton 68” story, in which a spook-laden think tank purported to track accounts linked to “Russian influence activities” while really following the likes of @TrumpDyke and @TimeForTrumppp, this DFRLab list of “Hindu nationalists” is weirdly packed with real septuagenarian Trump supporters.
In één belachelijk geval stuurde het Digital Forensic Research Lab (DFRLab) van de Atlantic Council, een door de GEC gefinancierde entiteit, Twitter een enorme lijst van mensen die ervan verdacht werden “zich bezig te houden met abnormaal gedrag… en hindoe-nationalisme in bredere zin”. Je krijgt de lijst te zien om te beoordelen. Zoals het geval was met het ‘Hamilton 68’-verhaal, waarin een geheimzinnige denktank beweerde accounts te volgen die verband hielden met ‘Russische invloedsactiviteiten’ terwijl in werkelijkheid mensen als @TrumpDyke en @TimeForTrumppp werden gevolgd, zo zit deze DFRLab-lijst van ‘Hindoe-nationalisten’ vreemd genoeg vol met zeventigjarige echte Trump-aanhangers.
One, a woman named Marysel Urbanik who immigrated from Castro’s Cuba in her youth, struggled to understand why a Washington think tank had sent Twitter a letter ID’ing her as either “inauthentic” or a Hindu nationalist.
Een ervan, een vrouw genaamd Marysel Urbanik die in haar jeugd uit Castro’s Cuba emigreerde, worstelde om te begrijpen waarom een denktank uit Washington Twitter een brief had gestuurd waarin ze werd geïdentificeerd als “niet-authentiek” of als een hindoe-nationalist.
“They say I’m what?”
“A Hindu nationalist,” I said. “Well, suspected.”
“But I’m Cuban, not Indian,” she pleaded, confused. “Hindu? I wouldn’t even know what words to say.”
“Ze zeggen dat ik wat ben?”
‘Een hindoe-nationalist,’ zei ik. “vermoedelijk.”
‘Maar ik ben Cubaans, geen Indiër,’ smeekte ze verward. “Hindoe? Ik zou niet eens weten wat ik hiervan moet zeggen.”
Such listmakers are either employing extremely expansive definitions of hate speech, extremely inexact methods of identifying spam, or they’re doing both in addition to a third thing: keeping up a busywork campaign for underemployed ex-anti-terror warriors, who don’t mind racking up lists of “foreign” disinformationists that just happen to also rope in domestic undesirables.
Deze lijstmakers hanteren extreem ruime definities van haatzaaien, extreem onnauwkeurige methoden om spam te identificeren, of ze doen beide, naast een derde ding: bezigheidstherapie geven aan werkloze ex-antiterreurstrijders, die het geen probleem vinden om lijsten op te stellen van “buitenlandse” desinformatieverspreiders waarbij ze toevallig ook binnenlandse ongewensten in hun net vangen.
In his book Information Wars, the original nominal head of GEC and former Time editor Rick Stengel explained an epiphany he had that allowed him to tie the fight against “foreign” disinformation to matters domestic. It happened when Stengel watched a YouTube video of Russian nationalist Alexander Dugin:
In zijn boek Information Wars legde het oorspronkelijke algemeen hoofd van GEC en voormalig Time-redacteur Rick Stengel uit hoe hij een ingeving kreeg die hem in staat stelde de strijd tegen ‘buitenlandse’ desinformatie te koppelen aan binnenlandse aangelegenheden. Het gebeurde toen Stengel een YouTube-video van de Russische nationalist Alexander Dugin bekeek:
He castigated Hillary Clinton’s campaign as a bunch of ‘“storm troopers.” He lambasted what he called the American “obsession with the fake Russian threat.” He said it was an excuse for losers… The production values were poor, the audience was small, but the video revealed an extraordinary mirroring of language and ideas between Dugin and other Russian voices and candidate Trump… The notion that there was some kind of shared rhetorical playbook just seemed too fanciful to believe. While the messages did not exactly repeat each other, they certainly rhymed.
Hij hekelde de campagne van Hillary Clinton als een stel ‘stormtroopers’. Hij hekelde wat hij de Amerikaanse ‘obsessie met de nep-Russische dreiging’ noemde. Hij zei dat het een excuus was voor verliezers… De productiewaarden waren slecht, het publiek was klein, maar de video onthulde een buitengewone weerspiegeling van taal en ideeën tussen Doegin en andere Russische stemmen en kandidaat Trump… Het idee dat er een soort gedeelde retorisch draaiboek was leek gewoon te fantasievol om te geloven. Hoewel de berichten elkaar niet precies herhaalden, waren er zeker overeenkomsten.
At the same time as Dugin was uploading his video, according to public U.S. intelligence, the GRU—the Russian military intelligence service—began going through the email accounts of DNC officials…
Terwijl Dugin zijn video aan het uploaden was, begon volgens de openbare Amerikaanse inlichtingendienst de GRU, de Russische militaire inlichtingendienst, de e-mailaccounts van DNC-functionarissen te doorzoeken…
Stengel didn’t need to prove an actual link between Dugin, Russia, and Trump. It was enough to imply it, by placing stories about the GRU near Trump’s name, while asserting Trump and Dugin’s ideas “rhymed.”
Stengel hoefde geen echte link tussen Doegin, Rusland en Trump te bewijzen. Het was voldoende om het te suggereren, door verhalen over de GRU bij de naam van Trump te plaatsen, en te stellen dat de ideeën van Trump en Dugin ‘overeen kwamen’.
This is probably what’s going on in the DFRLab list: one assumes many BJP supporters have views that “rhyme” with what one might call the American version of nationalism, #MAGA. Similarly, a GEC report sent to Twitter about “Russian Pillars of Disinformation” stressed that even actors who “generate their own momentum” online should be considered part of a propaganda “ecosystem.” Independence, the GEC report stressed, should not “confuse those trying to discern the truth.”
Dit is waarschijnlijk wat er aan de hand is in de DFRLab-lijst: men neemt aan dat veel BJP-aanhangers standpunten hebben die “overeenkomen” met wat men de Amerikaanse versie van nationalisme zou kunnen noemen, #MAGA. Net zo benadrukte een GEC-rapport dat naar Twitter werd gestuurd over “Russische pijlers van desinformatie” dat zelfs personen die online “hun eigen dynamiek genereren” moeten worden beschouwd als onderdeel van een propaganda-ecosysteem. Onafhankelijkheid, benadrukte het GEC-rapport, zou “degenen die de waarheid proberen te onderscheiden” niet in verwarring moeten brengen.
Twitter’s complaints against agencies like GEC and projects like the India list dovetail with what current and former intelligence sources have been calling in to comment on, since the first Twitter Files reports: that though sophisticated methods for detecting true bad actors exist, virtually none of the high-profile “experts” employ those.
De klachten van Twitter tegen agentschappen zoals GEC en projecten zoals de Indiase lijst sluiten aan bij wat huidige en voormalige inlichtingenbronnen al sinds de eerste TwitterFiles bij ons gemeld hebben: dat er weliswaar geavanceerde methoden bestaan om echte slechte spelers op te sporen, maar dat vrijwel geen van de spraakmakende “deskundigen” die gebruikt.
Instead, methodologies are often openly absurd. List #1 might target everyone who follows more than one Chinese diplomat on Twitter. List #2 might rope in everyone who’s retweeted a “Peter Douche” video or a “Free Palestine” meme made in Iran. One former GEC staffer laughs about how experts win over the media with impressive-looking “hairball” charts that nearly always come down to some sort of volume or affinity analysis: who retweets whom, whose ideas “rhyme” with whose, etc.
In plaats daarvan zijn methodologieën vaak openlijk absurd. Lijst #1 kan gericht zijn op iedereen die meer dan één Chinese diplomaat op Twitter volgt. Lijst #2 zou iedereen kunnen identificeren die een “Peter Douche”-video of een “Free Palestine”-meme, gemaakt in Iran, heeft geretweet. Een voormalig GEC-staflid lacht om hoe experts de media voor zich winnen met indrukwekkend ogende “haarbal”-grafieken die bijna altijd neerkomen op een soort volume- of affiniteitsanalyse: wie retweet wie, wiens ideeën “komen overeen” met wiens, enz.
In a key email, Twitter Trust and Safety chief Yoel Roth is asked in an internal Q&A if outside researchers can really detect “Russian fingerprints” just by looking at Twitter’s public data.
In een typerend geval wordt Twitter Trust and Safety-hoofd Yoel Roth in een intern interview gevraagd of externe onderzoekers echt “Russische vingerafdrukken” kunnen detecteren door alleen maar naar de openbare gegevens van Twitter te kijken.
“In short, no,” he said, adding that it was really only possible to make “inferences.”
“Kort gezegd, nee,” zei hij, eraan toevoegend dat het eigenlijk alleen maar mogelijk was om “gevolgen te beredeneren”.
But inferences are enough, for the innumerable “Centers for Countering Whatever” whose real goals may involve deplatforming or disenfranchising domestic groups deemed unworthy of sharing the full benefits of Western civil society (like the unmolested use of PayPal, GoFundMe, Twitter, etc.). With an inference, you can smear, and with a smear, you can do damage.
Maar dergelijke gevolgtrekkingen zijn voldoende voor de ontelbare “Centers voor het tegengaan van wat dan ook” wiens echte doelen het buitensluiten of rechteloos maken van binnenlandse groepen kunnen zijn, die onwaardig worden geacht om in de volledige voordelen van de westerse samenleving te delen (zoals het ongehinderde gebruik van PayPal, GoFundMe, Twitter, enz.). Met zo’n gevolgtrekking kun je iemand lasteren en met laster kun je schade aanrichten.
The Hamilton 68 scam in this sense was perfect. It used digital alchemy to create streams of news stories tying ordinary Americans to “foreign” disinformation. With headlines like CNN’s “Russian bots are using #WalkAway to try to wound Dems in midterms” in hand, a “Disinfo Lab” or a noble journalistic enterprise like the “extremism” desk at USA Today can finish the important work of calling up strings of Internet companies to “ask” why this or that person is still allowed to use credit cards, advertise on Amazon, etc.
De Hamilton 68-zwendel was in die zin perfect. H68 gebruikte digitale alchemie om nieuwsstromen te creëren die gewone Amerikanen aan ‘buitenlandse’ desinformatie koppelden. Met koppen als CNN’s “Russische bots gebruiken #WalkAway om te proberen Dems in de tussenverkiezingen te beschadigen” in de hand, kan een “Disinfo Lab” of een nobele journalistieke onderneming zoals de “extremisme”-desk van USA Today het belangrijke werk afmaken en reeksen internetbedrijven bellen om te “vragen” waarom deze of gene persoon nog steeds creditcards mag gebruiken, mag adverteren op Amazon, enz.
What organizations like GEC and subcontractors like DFRLab do are just subtler versions of those same schemes. They make lists and let the increasingly sophisticated machinery of digital deprivation do the rest. It’s bad enough when this dubious activity is private. But paying taxes for the pleasure? This supertanker needs turning around.
Wat organisaties zoals GEC en externe bedrijven zoals DFRLab doen, zijn slechts subtielere versies van diezelfde opzetjes. Ze maken lijsten en laten de steeds geavanceerdere machinerie van digitale armoede de rest doen. Het is al erg genoeg als deze dubieuze activiteit privé is. Maar belasting betalen voor dit genoegen? Deze supertanker moet keren.
Waardeert u dit werk? Steun Maaike van Charante via repelsteeltje.backme.org
Op de hoogte blijven van nieuwe activiteiten? Volg Maaike op Twitter.